Deense filosoof Søren Kierkegaard: ‘Het leven wordt achterwaarts begrepen, maar moet voorwaarts worden geleefd.’
Klaas Slegt groeide op in Rotterdam. Niets bijzonders, hoewel één ding hem verbaasde. Waarom droeg zijn moeder toch een gouden Davidsterretje? Ze was immers niet Joods. Maar er waren al eerder vreemde voorvallen geweest, zoals een collega van zijn vader, die hij als vierjarige tegen zijn ouders hoorde zeggen dat ze het knulletje waarschijnlijk niet konden houden. Dat was in 1948, drie jaar na de bevrijding. Een tijd waarin vaak Joodse kinderen die naar onderduikadressen waren gebracht werden opgeëist door teruggekeerde familie uit de onderduik en de kampen.
Dan was er die beangstigende ontmoeting met een vreemde vrouw terwijl hij als puber op de tram stond te wachten. Nadat ze hem een tijdje had gadegeslagen zei ze: ‘Ik weet wie jij bent. Maar jij bent niet wie je denkt dat je bent.’
En dan was er nog de bizarre ontmoeting met zijn (voor hem onbekende pleeg-) grootouders. Zijn 'grootvader' noemde hem bij die gelegenheid die jongen, terwijl 'oma' zei dat ze wel wist wat er in de oorlog was gebeurd.
Klaas werd soms vanwege zijn uiterlijk gevraagd of hij van Joodse afkomst was. Maar ook door de vele andere 'puzzelstukjes' in zijn leven begon hij zich steeds meer af te vragen of zijn ouders wel echt zijn ouders waren. Zijn moeder, die later zijn pleegmoeder bleek te zijn, overleed geheel onverwacht aan het einde van 1994. Dit was des te pijnlijker omdat zij langzaamaan begon met het onthullen van zaken aan hem.
Zijn moeilijke jeugd was de aanleiding om bewust voor een carrière in het onderwijs te kiezen. Gedreven door idealisme, werd hij op 26-jarige leeftijd directeur van een basisschool in het Oude Noorden van Rotterdam. Niet lang na zijn start werd de school een van de eerste zogenoemde 'zwarte' scholen, met voornamelijk kinderen van Turkse en Marokkaanse afkomst. Hij was gefrustreerd door de weerstand die dit opwekte bij een segment van de Nederlandse bevolking, dat zich in toenemende mate aansloot bij de destijds actieve Centrumpartij, wat haaks stond op zijn principes.
Veel mensen ontdekken pas als ze naar de middelbare school gaan of wanneer ze 18 worden dat ze geadopteerd zijn. Josua Ossendrijver kreeg echter niets te horen, hoewel hij al lang vermoedde dat hij niet het biologische kind was van de ouders bij wie hij opgroeide. Pas op 66-jarige leeftijd kon hij de puzzel van zijn leven compleet maken. De vele stukjes die hij sinds zijn vroege jeugd verzamelde, veroorzaakten in de jaren '80 veel onrust en spanning, wat leidde tot een ernstige depressie van meer dan tien jaar en suïcidale gedachten. Maar in 2010 ontdekte hij eindelijk de waarheid: zijn ouders waren Simon Ossendrijver en Roos Sanders. Zijn biologische moeder, een goede vriendin van zijn pleegmoeder, had hem tweemaal het leven geschonken: bij zijn geboorte en tien minuten later door hem aan haar vriendin te geven. Het gezin zat met hun zoontje David ondergedoken op het Pijnackerplein in Rotterdam. Op 9 november 1943 vielen de Rotterdamse politie en de Duitsers binnen en namen de onderduikers mee. Toen een van de Duitsers zag dat de vrouw weeën had, liet hij hen gaan met de woorden 'Wir kommen bald zurück!' Daarom was het noodzakelijk om hem direct in een ander gezin te plaatsen. Bovendien vormt een huilende baby een gevaar voor onderduikers. De familie Ossendrijver vluchtte zo snel mogelijk verder en belandde uiteindelijk in Molenschot (NB). Helaas werden ze daar verraden en uiteindelijk in Auschwitz vermoord. De baby werd zonder officiële adoptie door de pleegouders als Klaas Slegt aangegeven, waardoor hij later niets kon achterhalen. Het verleden werd verdoezeld. Hij zal altijd dankbaar zijn voor zijn redding door zijn pleegouders, maar vraagt zich af waarom zijn ware identiteit voor hem verborgen werd gehouden.
Die vraag heeft ook te maken met het feit dat Josua Ossendrijver, zoals hij zich tegenwoordig laat noemen, jarenlang ernstig depressief is geweest. De onbekendheid van zijn achtergronden heeft daar een grote rol bij gespeeld. Gelukkig heeft Josua zijn nog maar zeer kleine biologische familie gevonden. Die heeft de deur wagenwijd voor hem opengezet. Het was voor hem thuiskomen. Onbekend, maar toch vertrouwd, iets dat hij voorheen nooit heeft gevoeld. Toen hij voor het eerst een foto van zijn moeder zag en later van het hele gezin kreeg de holocaust plotseling een gezicht.
Om zijn emoties te verwerken heeft hij (therapeutisch) alles op papier gezet. Vrienden van hem zagen er meer potentie in en spoorden hem aan er een boek over te schrijven. Daarop is hij gaan herschrijven. Zijn manuscript werd al na enkele weken door uitgeverij Verbum geaccepteerd. Het boek, Verdoezeld Verleden, is sinds 31 oktober 2014 in elke boekhandel verkrijgbaar.
Momenteel geeft hij namens Kamp Westerbork gastlessen op scholen van basisschool tot universiteit. Belangrijker dan zijn verhaal is daarbij het eindgesprek waarbij hij stelt dat de oorlog niet begon met gaskamers, maar met het uitsluiten van mensen omdat ze anders zijn. Hetzelfde principe dat op microniveau gebeurt bij het pesten op school.
De ontdekking van zijn identiteit heeft hem letterlijk en figuurlijk een ander mens gemaakt die hem met een duidelijk doel zijn levenspad laat vervolgen.
https://www.rijnmond.nl/nieuws/141351/Rijnmond-Staat-Stil-met-Josua-Ossendrijver
Te gast bij Omroep Max
https://www.npostart.nl/verdoezeld-verleden-josua-ossendrijver/27-01-2015/POMS_MAX_777151